Dwergblauwtje
Cupido minimus
Dwergblauwtje is een dagvlinder. Het behoort tot de familie van de Lycaenidae. Het dwergblauwtje komt voor in grote delen van Europa in graslanden op kalkrijke bodems. In Nederland is de vlinder uitgestorven. Het dwergblauwtje heeft maar een beperkt leefgebied nodig, van zo'n 200 vierkante meter. De soort is honkvast. Gefotografeerd in de buurt van Ried in Oberinntal in Oostenrijk.
Zomererebia
Erebia aethiops
De zomer Erebia leeft bij voorkeur langs bosranden en in licht beweide graslanden in heuvelachtige tot bergachtige streken. De vlinder komt in Centraal-Europa, Schotland en de Balkan oostwaarts tot Klein-Azië en Siberië voor. De vliegtijd van deze vlinder is van eind juli tot begin september.
Groene zandloopkever
Cicindela campestris
De groene Zandloopkever is een kever uit de familie Loopkevers (Carabidae). Ze jagen op zicht op insecten en mieren enz. De groene Zandlooptkever wordt tot 15 millimeter groot. Leefgebied in open terreinen waar niet veel bomen staan, of ver uit elkaar. Deze foto is genomen in Zwitserland in bij het plaatsje La Fouly op ongeveer 1650m
Koevinkje
Aphantopus hyperantus
Het koevinkje is een dagvlinder en behoord tot dezelfde familie als de zandoogjes en erebia's. Het mannetje is bijna zwart, het vrouwtje is lichter van kleur. De oogvlekken zijn bij het vrouwtje beter te zien. Aan de onderzijde van de vleugels zijn de oogvlekken het duidelijkst De vlinder komt in heel Europa voor en leeft op vochtige of ruige graslanden en grazige plekken met struiken. De vliegtijd is van juni tot en met augustus. De vlinder is vooral te vinden op valeriaan- en tijmbloemen. De rupsen leven op diverse grassoorten.
Zwartstreepsmalbok
Strangalia melanura 
De zwartstreepsmalbok is een insect uit de familie boktorren. De tor wordt ook wel zwartpuntsmalbok, bruine smalbok of distelbok genoemd. De tor wordt ongeveer 6 tot 10 millimeter lang. De verspredingsgebied is geheel Europa. De larve is tweejarig en leeft van dood en rottend hout van diverse loofboomsoorten. De boktor eet alleen stuifmeel en nectar, en is veelvuldig op bloemen te zien.
Tweekleurige parelmoervlinder
Melitaea didyma
De tweekleurige parelmoervlinder is een dagvlinder uit de familie Nymphalidae, de vossen, parelmoervlinders en weerschijnvlinders. De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 35 en 50 millimeter. Tijdens de vliegtijd, van april tot en met september, kunnen maximaal drie generaties tot ontwikkeling komen.
Goudglanzende loopkever
Carabus auronitens
De volwassen kever wordt 18 tot 31 millimeter lang. De goudglanzende loopkever is voornamelijk een jager. Hij kan prooien aan die groter zijn dan hem zelf. Slakken, regenwormen en larve van insecten worden gegeten door loopkever. De goudglanzende loopkever komt voor in Centraal, oost- en West-Europa. De foto is genomen op 2000m hoogte bij de lunersee vlak bij Brand Vorarlberg.
Koninginnenpage
Papilio machaon
Koninginnenpage komt in heel Europa voor. De spanwijdte tot 80mm. De page heeft een voorkeur voor open, bloemrijke landschappen. Ook in hoger gelegen berggebieden komt de vlinder voor. De koninginnenpage komt voor tot een hoogte van meer dan 2000 meter boven zeeniveau. Ik heb de foto genomen rond 1980m hoogte. Vlak bij Pfunds Oostenrijk.
Bleek blauwtje
Polyommatus coridon
Het bleek blauwtje komt algemeen voor in Centraal-Europa, op droge zure graslanden met een kalk- of krijtondergrond. Bron: Wikipedia
Bijenkever
Trichodes apiarius
De kever eet pollen maar ook kleine insecten worden gegeten. De larve leven bij honingbijen en solitaire bijen en voeden zich dan zowel met de stuifmeel uit de voorraad als met de larven. De Bijenkever leeft in Midden- Zuid-Europa.
Groot geaderd witje
Aporia crataegi
Het groot geaderd witje (Aporia crataegi) is een dagvlinder uit de familie Pieridae. Het groot geaderd witje komt in grote delen van Europa voor. Staat op de Rode lijst als verdwenen. De vlinder vliegt van 500 tot 2000 meter in berggebied. De vleugel heeft een lengte van 28 tot 33 millimeter en is sterk geaderd. De vliegtijd is van april tot en met juli.
Apollovlinder
Parnassius phoebus
De kleine Apollovlinder komt in Europa alleen voor in de Alpen. In de bergen vliegt de vlinder tussen de 1200 en 2800 meter hoogte en geeft de voorkeur aan vochtige plaatsen, zoals bij beekjes en meertjes. De vliegtijd is in juni, juli en augustus. Als de vlinder zijn vleugels spant, is hij zo'n 65-75 mm van links naar rechts. De rupsen zijn zwart met oranje puntstrepen aan de zijkanten.De rupsen leven op schermbloemen.
Wrattenbijter
Decticus verrucivorus
De Wrattenbijter is een sprinkhaan uit de sprinkhanenfamilie Tettigoniidae. De Wrattenbijter wordt ongeveer 35 - 45 mm lang. De sprinkhanen komen voor in Europa en Asie voor. Hun leeftgebied zijn bergweiden zowel drooge graslanden als wedlands .
Sint-jansvlinder zesvlek
Zygaena filipendulae
Voorvleugellengte: 15-19 mm. De bloeddropjes hebben zes rode vlekken op een glanzend zwart vleugel. achtervleugel met dunne achterrand
Sint-jansvlinder vijfvlek
Zygaena trifolii
Voorvleugellengte: 14-19 mm. De bloeddropjes hebben vijf duidelijk afgegrensde rode vlekken op een breed diep zwart veld. Achtervleugel met dikke achterrand
Krasser
Chorthippus parallelus
De Krasser wordt 13 tot 23 mm groot. In juni tot november te zien. Komt zowel op vochtige als droge terreinen voor.
Kleine Sint-Jansvlinder
Zygaena viciae
Voorvleugellengte: 14-16 mm. Een klein bloeddrupje met een sterk afgeronde voorvleugel en vijf duidelijk afgegrensde rode vlekken op een breed donker veld. De vleugels zijn tamelijk doorschijnend.
Berggoudhaantje
Oreina alpestris alpestris
Oreina alpestris is een keversoort uit de familie bladhaantjes (Chrysomelidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1843 door Schummel. Met dank aan J. Winkelman voor het corrigeren van de naam.
Bruin zandoogje
Maniola jurtina
Het bruin zandoogje is een dagvlinder uit de subfamilie Satyrinae, de zandoogjes en erebia's. Het mannetje is alleen bruin en het vrouwtje heeft op de bovenkant van de vleugel een grote oranje vlek. Bruin zandoogje leeft in allerlei ruige graslanden en ruigtevegetaties waar bloemen staan.
Boserebia
Erebia ligea
De vlinder behoort tot de subfamilie Satyrinae van de Nymphalidae. De vlinder is een is een dagvlinder. De rupsen voeden zich met verschillende grassoorten. Als leefgebied geeft de vlinder de voorkeur aan bloemrijke plekken in gemengde of naaldbossen. De duitse naam is Mohrenfalter.
Alpenblauwtje
Albulina orbitulus
Het alpenblauwtje is een dagvlinder uit de familie Lycaenidae, de familie van de kleine pages, vuurvlinders en blauwtjes. In de Alpen vliegen ze van 1000 tot 2700 meter
Adippevlinder
Argynnis adippe
Komt voor in grote delen van Europa tot 66° NB. Vliegt van zeeniveau tot 2100m. Op deze foto is te zien dat twee vlinders aan het paren zijn.

Wij gebruiken cookies op onze web site. Sommigen zijn essentieel voor het correct functioneren van de site, terwijl anderen ons helpen om de site en gebruikerservaring te verbeteren (tracking cookies). U kan zelf kiezen of u deze cookies wil toestaan of niet. Let op dat als u onze cookies weigert mogelijk niet alle functies van de site beschikbaar zijn.